Ploeteren in armoede
Ontsnappen uit armoede valt niet mee. Het is ontzettend moeilijk. Dat maakt deze column van Mark Gerritssen, directeur van de internationale Interlake School in Debre Zeit, mooi duidelijk. De column verscheen 31 maart 2015 in het Reformatorisch dagblad.
Ethiopiƫ: Worku leek rijk te worden, maar moet toch blijven ploeteren.
door Mark Gerritssen. 31 maart 2015.
Worku is een bewaker die enkele jaren geleden bij ons kwam. Hij houdt ’s nachts en in het weekend de wacht over school en huis. Als je een bewaker zoekt, hoef je dat meestal niet lang te doen; er zijn mensen genoeg op zoek naar een baantje.
We woonden hier toen nog niet zo lang en het was lastig in te schatten of iemand geschikt is. Dat bleek snel. De eerste maanden deed de nieuwe bewaker goed zijn best. Maar toen Worku na drie maanden een vast contract kreeg, kwamen de probleempjes en de problemen. Hij kwam niet of te laat, was niet bereid anderen te vervangen en zaaide onrust onder de bewakers. We hebben hem vaak gewaarschuwd (mondeling en schriftelijk) en zelfs zijn salaris ingehouden. Meestal ging het dan weer even goed.
Later hebben we iemand aangenomen die verantwoordelijk is voor alle veiligheid en onderhoud. Kabtamu is een fijne man. Een christen zoals je er meer zou willen zien.
Door zijn zachtmoedige karakter en voorzichtige benadering is ook Worku veranderd. Veel heeft Kabtamu gepraat, geadviseerd en vooral voorgeleefd Langzaamaan ging Worku plezier krijgen in zijn werk. Hij kwam op tijd en ruziede niet meer.
In die tijd vonden we ook een sponsor, waardoor zijn zoontje Abraham bij ons op school kon komen. Zodoende werd de werkplek van Worku ook de school van zijn zoon. Als Worku op zaterdag of zondag moet werken, brengt zijn vrouw eten en hebben we een gezellige tijd samen.
Vorig jaar kreeg het gezin een tweede kindje. Worku’s vrouw kwam vertellen dat ze zo dankbaar is voor haar man en de school die werk verschaft en haar zoon lesgeeft.
Worku zorgde goed voor zijn gezien. Hij had er een ander baantje bij gevonden. Hij ging zelfs sparen voor een ‘gary’, een paard-en-wagentaxi. Een hele investering: 300 euro voor een paard en bijna 700 euro voor een wagen. Het maandsalaris van Worku op school is bijna 50 euro. Sinds een half jaar rijdt hij met deze gary. Vol trots steekt hij zijn duim op als hij met passagiers langsrijdt.
Vorige maand kwam hij met een bedrukt gezicht naar me toe. Een dief had een wiel van de paardenwagen gestolen. ’s Nachts toen hij op school wachtliep.
Zijn vraag was of de wagen ’s nachts op school kan staan als hij dienst heeft. Sinds die dag staat er een prachtige paardenwagen op ons schoolterrein als Worku wachtloopt. ’s Morgens om 7.00 uur loopt hij met de wagen naar huis, koppelt zijn paard eraan en begint vrolijk met zijn andere werk.
Zondag vroeg ik hoe het met hem was. Hij boog zijn hoofd en zei: ‘Gisteren is mijn paard dood gegaan.’
Zo blijven deze mensen – die een zeer laag inkomen hebben- ploeteren om uit het dal van armoede op te klimmen.